Neres vreesde voor einde carrière: 'Ik werd crazy, was verdrietig en heb gehuild'

David Neres maakte zondagmiddag tegen Heracles Almelo weer eens een doelpunt en hoopt daarmee het einde van een frustrerende periode in zijn leven te markeren. De Braziliaan lag er maandenlang uit met een blessure en zag het af en toe niet meer zitten, vertelt hij aan De Telegraaf.

Neres speelde op 5 november 2019 mee in het Champions League-duel met Chelsea, maar dat bleek achteraf zijn laatste optreden van het seizoen 2019/2020 te zijn. De vleugelaanvaller kampte met een meniscusblessure en was daar een stuk langer mee zoet dan aanvankelijk gedacht. "De meniscusblessure was niet zo ernstig, maar er traden complicaties op tijdens mijn herstel", blikt hij terug. "De twee maanden die voor het herstel stonden, werden er twaalf. Ik was bang nooit meer te kunnen voetballen."

Het ging Neres niet in de koude kleren zitten. "Hoe hard ik ook trainde, het werd maar niet beter. Ik werd crazy, was verdrietig en heb soms gehuild", aldus Neres, die zelfs bang was dat hij nooit meer zou kunnen voetballen. "Nooit meer datgene te doen, waar ik zo van hou. Maar met de hulp van God ben ik er weer."

Dit seizoen pakte hij weer negen officiële wedstrijden mee, inmiddels heeft Neres dus ook zijn eerste doelpunt weer te pakken. Hoewel de vleugelaanvaller in eerste instantie aan het teambelang wil denken, is er een last van zijn schouders gevallen. "Natuurlijk was ik op zoek naar die treffer, want voor een aanvaller is het niet prettig als hij een jaar niet heeft gescoord", vertelt hij. "Het neemt wat druk weg."